Ornithogalum nutans
Die bleekgroene, vlezige, gootvormige bladeren die her en der als haren op een hond staan, maken nieuwsgierig. De bloemtros van de Knikkende vogelmelk is enigszins naar één kant gekeerd. Ze staan eerst opgericht en later knikkend. Als de bloeiaren omhoogkomen met hun gesloten knikkende knoppen ligt het lange loof bijna platgeslagen op de grond. Het is dan ook een veld met veel loof en hoge aren die bij mooi zonnig weer zich openen met witte stervormige bloemen. Na de bloei hangen de dikke zaaddozen sierlijk aan de aar. De bloeitijden verschillen enorm van plek tot plek. Dat kan te maken hebben met de herkomst van het oorspronkelijke uitgangsmateriaal waarmee gekweekt is. Knikkende Vogelmelk doet het goed als onder bladverliezende struiken, loofbomen en op halfopen plaatsen. Ook in de zon doet de Knikkende vogelmelk het goed. De soort plant zich voort door zaad, waarbij mieren een belangrijke rol spelen. Daarnaast vormen de witte bollen gemakkelijk nieuwe bolletjes. De plant wordt twintig tot vijftig centimeter hoog.
WETENSCHAPPELIJKE NAAM: Ornithogalum nutans
NEDERLANDSE NAAM: Knikkende vogelmelk
DUITSE NAAM: Nickender Milchstern
FRIESE NAAM: Grutte gersstje
OOST-FRIESE NEDERDUITSE NAAM: Nickkopp Melksteern (groot Gressteern)/ Steernblömkes/ Steerntjeblööm/ Sterentjes
PERIODE VAN BLOEI: April – mei
HERKOMST:
Middellandse Zeegebied en Bulgarije
U kunt geen content van deze pagina kopiëren